woensdag 10 juni 2020
De infectiekansen voor cercospora en stemphylium worden weer online weergegeven op de website van het IRS, het Cosunledenportaal en via de BAS-app. Deze infectiekansen worden berekend uit de door sensoren gemeten luchtvochtigheid en temperatuur in het bietengewas. Hoge infectiekansen zijn een signaal om de percelen te gaan controleren op bladschimmels. Later in het seizoen kunnen de infectiekansen worden gebruikt om de bladschimmelbespuitingen beter te timen. Wanneer er in een regio daadwerkelijk bladschimmels gevonden worden, gaat er, net als in voorgaande jaren, een bladschimmelwaarschuwing uit en krijgen alle telers in de betreffende regio een sms van Suiker Unie.
Sensoren
De sensoren (zie foto) staan opgesteld in het bietengewas. Alleen gegevens afkomstig van sensoren die op een bietenperceel (ingetekend Unitipperceel) staan, worden getoond. Dit jaar zullen er 450 sensoren in bietenpercelen geplaatst worden. Deze sturen zes keer per uur gegevens door. Op basis van de temperatuur en luchtvochtigheid op 15 cm hoogte in het suikerbietengewas, worden de infectiekansen voor cercospora en stemphylium berekend. Deze infectiewaarden bieden extra informatie om de bladschimmelbeheersing in suikerbieten te verbeteren of optimaliseren.
Foto 1. Een sensor meet de luchtvochtigheid en temperatuur op 15 cm hoogte in het bietengewas. Op basis hiervan worden de infectiekansen voor cercospora en stemphylium berekend.
Foto 2. Schermafbeeldingen van de BAS-app die de individuele weerpalen in de Nederlandse bietenteeltgebieden weergeeft (links). De hoogste infectie waarde van de afgelopen week bepaalt de kleur van het sensorpictogram. Voor elke sensor kunnen de infectiekansen voor cercospora en voor stemphylium worden getoond (rechts). Hoe hoger de waarde, hoe groter de infectiekansen.
Gebruik infectiekansen
Het gebruik van de infectiewaarden werkt het beste voor het perceel waar de sensor staat opgesteld (zie foto en bijschrift). Infectiewaarden tussen naburige percelen kunnen behoorlijk variëren door de verschillen tussen de percelen in bijvoorbeeld de hoeveelheid loof, wel of geen beregening en de vochttoestand van de bodem. De infectiewaarden die op basis van de metingen van de sensoren worden berekend, geven een indicatie of er infectie heeft kunnen plaatsvinden. Hoe hoger de waarde, hoe groter de kans op infectie door bladschimmels. Echter, voor infectie zijn ook nog sporen van de schimmel nodig. De hoeveelheid sporen verschilt ook van perceel tot perceel. Een vuistregel is, dat wanneer de som van de infectiewaarden van twee opeenvolgende dagen 6 of meer bedraagt, er na 5-14 dagen vlekjes in het gewas kunnen verschijnen of bijkomen. Een som van de infectiewaarden van twee opeenvolgende dagen van 6 of groter, is dan ook een signaal om te gaan waarnemen of mogelijk een keer extra te gaan waarnemen op bladschimmels in de komende week.
Foto 3. Een foto van het proefveld in Valthermond (2019) waar de infectiewaarden berekend uit de door een sensor in het bietenperceel gemeten luchtvochtigheid en temperatuur zijn gebruikt voor de bladschimmelbeheersing. Links het onbehandelde veldje dit scoorde op het moment van de foto een 4,6 (schaal 1 = blad volledig afgestorven – 10 = blad volledig gezond). Daarnaast, in het midden, het veldje met daarin een sensor dat behandeld werd op basis van het verloop van de infectiewaarden na het vaststellen van de eerste aantasting. Dit veldje scoorde een 8,6. Het veldje rechts is behandeld op basis van het verloop van de infectiewaarden en scoorde een 8,2. De referentie voor bespuitingen op basis van doorlopende waarnemingen (niet te zien op de foto) scoorde een 8,4.
Waarnemen
De informatie van de sensoren kan dus gebruikt worden om het juiste moment te kiezen om in het gewas te gaan waarnemen. Uitgangspunt voor een goede bladschimmelbeheersing is dat de percelen regelmatig op bladschimmels worden gecontroleerd. Bij voorkeur elke week, maar zeker bij een waarschuwing of naar aanleiding van hoge infectiewaarden. Selecteer een willekeurige plant en bekijk alle bladeren van dichtbij. Doe dit bij zoveel mogelijk planten, maar in elk geval bij minimaal 50. Loop daarbij minstens100 tot 150 meter door het perceel en vermijd kopakkers en spuitsporen. Als u een vlekje vindt, bekijk dan ook de onderzijde van het blad. Vaak zijn daar de sporen als eerste te zien. Een loep is een onmisbaar hulpmiddel om vlekjes goed te kunnen herkennen!
Contact: Bram Hanse
De rode gebieden zijn gewaarschuwd door de bladschimmelwaarschuwingsdienst. Klik op het gebied om de waarschuwing te lezen. Klik hier om de kaart te openen.
Meer informatie over bladschimmels vindt u ook op de bladschimmelpagina.
Wordt de kaart niet goed weergegeven, klik dan op deze link.
De lijst van in suikerbieten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen is geactualiseerd en is te raadplegen op onder andere de IRS-site: www.irs.nl/toelatingssituatie. Deze lijst wordt geactualiseerd door de BO Akkerbouw.