donderdag 1 juli 2010
De suikerbieteninstituten in Denemarken/Zweden (
NBR, Holeby), Duitsland (
IfZ, Göttingen) en Nederland (
IRS, Bergen op Zoom) gaan nauwer samenwerken op het gebied van praktijkonderzoek. Afgelopen week is hiervoor een intentieverklaring getekend.
Steeds meer uitdagingen in het bietenonderzoek zijn in meerdere landen hetzelfde. Dat geldt bijvoorbeeld voor ziekten en plagen en de gevolgen van EU-regelgeving (gewasbescherming, bodem, klimaatverandering en duurzame ontwikkeling). De instituten zien de volgende voordelen: synergie-effecten, een bredere basis voor hun resultaten en meer kansen op internationale fondswerving.
De naam voor de samenwerking is COBRI (COordination Beet Research International). COBRI gaat functioneren als een virtueel instituut met experts die werken aan de toekomst van de bietsuikersector. COBRI coördineert gezamenlijke projecten van de betrokken instituten. Alle andere werkzaamheden vallen niet onder COBRI. Zo blijft de voorlichting per land geregeld, maar zij kan zich baseren op een breder fundament van gezamenlijke proeven.
De leden van COBRI zijn de directeuren van de instituten: Bernward Märländer (IfZ Göttingen, D), Robert Olsson (NBR Bjarred, S), Jens Nyholm Thomsen (NBR Holeby, DK) en Frans Tijink (IRS Bergen op Zoom, NL). Bernward Märländer is voorzitter en Erwin Ladewig (IfZ) is programmacoördinator voor de gezamenlijke activiteiten.
Foto van proefveld stikstoftrappen x rassen (Lelystad). De opzet van deze proef (zes stikstoftrappen en vier rassen) is gemaakt binnen COBRI. In Duitsland en Zweden liggen vergelijkbare proeven met exact dezelfde stikstoftrappen en dezelfde rassen.
Contact:
Frans Tijink
« Terug naar nieuws