maandag 20 juli 2020
De eerste percelen met vroegruimende gewassen zijn geoogst. Het is belangrijk de juiste groenbemester te kiezen voorafgaand aan de bietenteelt. De juiste groenbemester levert een waardevolle bijdrage aan de reductie van ziekten en plagen in de bodem. Dit kan zijn in de reductie van het aantal aaltjes in de bodem, maar ook de beheersing van bodeminsecten en bodemschimmels.
Weet wat er speelt in de bodem
De keuze van de juiste groenbemester moet dus worden afgestemd op de ziekten en plagen die voorkomen in de bodem (tabel 1). Er zijn verschillende groenbemesters beschikbaar die een resistentie hebben tegen bietencystenaaltjes. Een groenbemester zoals resistente bladrammenas of gele mosterd kunnen zorgen voor een sterke reductie van het aantal bietencysteaaltjes, wortelknobbelaaltjes (alleen bladrammenas) en trichodoriden. Bovendien hebben bladrammenas en gele mosterd een positief effect op de reductie van wortelrot veroorzaakt door rhizoctonia. Echter, de genoemde groenbemesters kunnen ook een negatief effect hebben. Zo dragen bladrammenas en gele mosterd bijvoorbeeld bij aan de vermeerdering van wortellesieaaltjes en verticilium. Om erachter te komen welke aaltjes zich in de bodem bevinden kan het beste een grondmonster worden genomen.
Tabel 1. Overzicht van geadviseerde groenbemesters afhankelijk van de plagen op het perceel.
Plaag |
Advies |
slakken |
gele mosterd; facelia |
emelten |
bladrammenas; gele mosterd |
ritnaalden |
bladrammenas; gele mosterd |
wortelduizend- en miljoenpoten |
* |
stengelaaltjes |
italiaans- of engels raaigras; braak |
wortellesieaaltjes |
japanse haver; engels raaigras |
bietencysteaaltjes |
resistente bladrammenas; gele mosterd |
maïswortelknobbelaaltjes |
multiresistente bladrammenas; engels raaigras |
bietencysteaaltjes en maiswortelknobbelaaltjes |
multiresistente bladrammenas; engels raaigras |
trichodoriden |
bladrammenas en gele mosterd (afhankelijk van de soort) |
mengsel van verschillende aaltjessoorten |
braak |
rhizoctionia |
bladrammenas; gele mosterd |
verticilium |
grasachtigen |
* afhankelijk van organische stof
Vroege zaai
Bij vroege zaai is het effect van groenbemesters het grootst, omdat dit leidt tot een grotere massa van blad en wortels en hierdoor meer organische stof wordt geproduceerd. Wanneer een aaltjesresistente groenbemester wordt gezaaid, zal de reductie van aaltjes ook het grootst zijn bij een zo vroeg mogelijke zaai.
Mengsels
Let op bij het toepassen van groenbemestermengsels! In deze mengsels zitten meerdere soorten gewassen, waardoor er een kans is dat een van deze soorten een goede waardplant is voor bepaalde aaltjes, bodemplagen of bodemschimmels. Kijk vooraf welke soorten in het mengsel zitten en controleer of een van deze soorten een waardplant is voor een aanwezige bodemplaag. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan uiteraard een mengsel worden gezaaid.
Meer informatie
In de teelthandleiding kunt u meer lezen over de teelt van groenbemesters en de effecten van groenbemesters op de ziekten en plagen die voorkomen in suikerbieten. Waardplantschema’s voor andere bodemplagen en groenbemesters staan beschreven in aaltjesschema, bodemplagenschema en bodemschimmelschema.
Foto 1. Kies de juiste groenbemester voorafgaand aan de bietenteelt.
Contact: Linda Frijters,Elma Raaijmakers
De rode gebieden zijn gewaarschuwd door de bladschimmelwaarschuwingsdienst. Klik op het gebied om de waarschuwing te lezen. Klik hier om de kaart te openen.
Meer informatie over bladschimmels vindt u ook op de bladschimmelpagina.
Wordt de kaart niet goed weergegeven, klik dan op deze link.
De lijst van in suikerbieten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen is geactualiseerd en is te raadplegen op onder andere de IRS-site: www.irs.nl/toelatingssituatie. Deze lijst wordt geactualiseerd door de BO Akkerbouw.