Granulaat tegen aaltjes alleen bij overschrijding schadedrempels Pagina printen

donderdag 19 maart 2020

Diverse aaltjes kunnen schade veroorzaken aan suikerbieten. Schade door stengelaaltjes, vrijlevende wortelaaltjes en wortelknobbelaaltjes is te beperken door granulaat toe te voegen aan de zaaivoor tijdens het zaaien. In dit bericht kunt u lezen wanneer de inzet van granulaat rendabel is en wat de aandachtspunten zijn voor een goede werking van de granulaatstrooier.

Schadedrempels
Granulaten zijn niet rendabel bij bietencysteaaltjes. Omdat wortellesieaaltjes geen schade veroorzaken aan suikerbieten, zijn ook hier granulaten niet rendabel. Bij aanwezigheid van meer dan 150 trichodoriden (vrijlevende aaltjes) per 100 ml grond is het advies om Vydate 10G toe te passen bij zaaien. Bij de wortelknobbelaaltjes Meloidogyne chitwoodi, M. fallax en M. hapla is dit respectievelijk 500, 2.500 en 100 per 100 ml grond. Omdat stengelaaltjes vaak pleksgewijs voorkomen, is het advies om bij een aantoonbare besmetting deze plekken te behandelen met Vydate 10G tijdens het zaaien. Er is sprake van een aantoonbare besmetting als u hier voorheen aantasting heeft gezien (bijvoorbeeld kroef in uien) of als er één of meer stengelaaltjes voorkomen in een grondmonster.

Granulaatstrooier op zaaimachine op orde
Belangrijk is om ook de granulaatstrooier op de zaaimachine tijdig klaar te maken en te controleren. Aandachtspunten voor een goede werking van de granulaatstrooier zijn:

  • de afgifte van granulaat moet per rij hetzelfde zijn. Dit is na te gaan door onder elke pijp een bakje te plaatsen en het aandrijfwiel een aantal slagen (bijvoorbeeld 20) te draaien. De opgevangen hoeveelheid granulaat moet in elk bakje (+/- 5%) hetzelfde zijn. Denk bij het werken met granulaat aan voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals beschreven op het veiligheidsblad (MSDS). De dosering is te controleren door te rekenen met de afgelegde afstand (wielomtrek x aantal slagen; in dit voorbeeld 2,0 m x 20 = 40 m. Bij een rijafstand van 0,5 meter is de oppervlakte dan 20 m2). De afgegeven hoeveelheid moet dan 20/10.000 van de dosering per hectare zijn;
  • controleer of het granulaat voor de toestrijker in de zaaivoor valt. De pijp dient dus voor de toestrijker gemonteerd te zijn;
  • het is wettelijk verplicht om de granulaatstrooiers periodiek te laten keuren. Deze verplichting geldt voor machines van 3 jaar en ouder; de keuringsfrequentie van deze machine is ongeacht de werkbreedte 6 jaar. Zie hiervoor https://www.sklkeuring.nl/nl/wat-wij-keuren/granulaatstrooiers/.

Meer informatie
In de teelthandleiding op www.irs.nl en in de brochure ‘Aaltjesmanagement in de akkerbouw’ is meer achtergrondinformatie te vinden over de symptomen, schadedrempels en andere kenmerken van aaltjes.

 
Foto  1. Valplek doordat de bieten zijn aangetast door wortelknobbelaaltjes. De maanden januari, februari en maart zijn zeer geschikt om grondmonsters te nemen voor aaltjes. Op die manier kunt unagaan of granulaat nodig is tijdens het zaaien om schade te beperken.


Foto 2.  Aantasting door wortelknobbelaaltjes.

Contact: Elma Raaijmakers,Linda Frijters

« Terug naar nieuws

Bladschimmelwaarschuwing

De rode gebieden zijn gewaarschuwd door de bladschimmelwaarschuwingsdienst. Klik op het gebied om de waarschuwing te lezen. Klik hier om de kaart te openen.
Meer informatie over bladschimmels vindt u ook op de bladschimmelpagina

GewasBeschermingsBulletin suikerbieten

De voorlichtingsboodschap gewasbescherming suikerbieten 2021 is als bijlage bij Cosun Magazine verschenen. Hij is ook dynamisch op de site en in de IRS-app. Als pdf is hij ook beschikbaar. 

Infectiewaarden stemphylium

Klik op de kaart om de pagina te openen.
Wordt de kaart niet goed weergegeven, klik dan op deze link.

 

Toelatingssituatie

De lijst van in suikerbieten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen is geactualiseerd en is te raadplegen op onder andere de IRS-site: www.irs.nl/toelatingssituatie. Deze lijst wordt geactualiseerd door de BO Akkerbouw.