De samenstelling van de wortel verandert geleidelijk gedurende het groeiseizoen. Vanaf begin augustus neemt het suikergehalte nog steeds toe en is er een afname van het gehalte aan kalium (K) en natrium (Na) (figuur 7.4). Het gehalte aan aminostikstof neemt eerst af en op het eind van de campagne juist iets toe. Dit gaat gepaard met een stagneren van de eiwitproductie.
Gemiddeld over een groot aantal jaren ziet de toename van het suikergehalte er zeer regelmatig uit, maar binnen afzonderlijke jaren fluctueert het gehalte vaak behoorlijk. Deze schommelingen zijn afhankelijk van groeiomstandigheden zoals weer, ziekten en plagen en de toestand van de bodem (zie hoofdstuk 8: ˈkwaliteitˈ, paragraaf 1.5). Uit IRS-onderzoek is gebleken dat bij droogte en een daarna volgende periode met voldoende neerslag schommelingen in het suikergehalte vooral veroorzaakt worden door een verdunningseffect van het water en niet door productie of afbraak van suiker. Andere factoren (ziekten, bemestingstoestand) beïnvloeden juist het suikergehalte door in te grijpen in de biosynthese van suiker.
Figuur 7.4 Verloop van de kwaliteitsparameters van bieten. Gemiddelde van het groeiverlooponderzoek van 1985-1994.
Gedurende het rooiseizoen neemt het suikergehalte doorgaans met meer dan 1% toe. Het vermogen van de bieten om nog suiker te vormen in die periode is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het gewas en de conditie van de bodem. Om te beoordelen welke bieten het best als eerste gerooid kunnen worden, zijn de volgende criteria van belang:
Contact: André van Valen
Bepaal het bewaaradvies VORST voor uw locatie
Code bewaardavies VORST voor 'Lelystad'
Advies wel/niet afdekken met WINDDICHTE MATERIALEN
Het Bewaaradvies VORST suikerbieten is vanochtend om 9.00 uur vastgesteld met de op dat moment geldende weersverwachting. Zie datumcode linksonder in de kaart.