vrijdag 12 oktober 2007
Dat een goede afstelling van de bietenrooier belangrijk is, werd wel weer bewezen op de praktijkdag rendementsverbetering suikerbieten. Deze dag werd op 11 oktober 2007 georganiseerd door DLV Plant, IRS en Proefboerderij Rusthoeve. Het was een zeer geslaagde dag met ongeveer 400 bezoekers. De dag werd door de bezoekers beoordeeld met een mooie 8. Het perceel waar de demonstratie werd uitgevoerd was een perceel met de ‘problemen’ van dit jaar: tweewassigheid, onregelmatig gewas, horizontaal groeiende bieten en vertakte bieten.
In dit nieuwsbericht zullen wij u, net als de bezoekers, een rondleiding geven langs de diverse onderwerpen. Tijdens deze dag kregen alle bezoekers een informatiebrochure. In de tekst wordt hier regelmatig naar verwezen. Via de link kunt u deze dan bekijken.
Bietenhopen, gekopt met diverse instellingen/machines
Met een 9-rijige Vervaet bunkerrooier is met diverse instellingen gekopt/gerooid. Met iedere instelling is een rondje gereden en zijn de bieten op een aparte hoop gestort en beoordeeld. Tevens is er gekopt met de Grimme getrokken ontbladeraar, een primeur voor Nederland. De volgende instellingen zijn gebruikt.
| instelling | machine | kopwerk | snelheid | reiniging |
| 1 | Vervaet | te veel bladresten | 3,6 | normaal |
| 2 | Vervaet | dieper dan 1 | 3,6 | normaal |
| 3 | Vervaet | dieper dan 2 | 3,6 | normaal |
| 4 | Vervaet | te diep | 3,6 | normaal |
| 5 | Vervaet | instelling 3 | 3,6 | zonder platen op de rekken |
| 6 | Grimme | optimaal, met nakoppers | ca. 6/3,6 | normaal, rooien met Vervaet |
| 7 | Grimme | optimaal, zonder nakoppers | ca. 7/3,6 | normaal, rooien met Vervaet |
Goed kopwerk (instelling 3).
Te diep gekopt (met instelling 4). Hier is €140 per hectare onnodig
verloren gegaan.
Bij de bietenhopen kregen de bezoekers uitleg over het koppen
van bieten.
Tevens werd uitleg gegeven over de werking van de Vervaet Beet
Eater (negenrijer).....
...en de Grimme ontbladeraar BM 300.
Hoe het rooien in zijn werk ging kunt u later in deze rondleiding zien.
Groenbemesters
Op een proefveld met de groenbemesters bladrammenas en gele mosterd werd uitgelegd dat bij zaaien in het voorjaar een BCA1-resistent ras de voorkeur heeft boven een BCA2-resistent ras. Dit proefveld wordt gebruikt voor de samenstelling van de rassenlijst. De verschillen in vroegheid van schieten werd onder andere beoordeeld.
Verschillende rassen gele mosterd.
Bladrammenas.
Meer informatie over groenbemesters vindt u in de achtergrondinformatie (onderdeel 1).
Bodembeheer
Om bodembeheer duidelijk te laten zien was er een profielkuil gegraven. Bij deze kuil werd een zeer interessant verhaal verteld. Duidelijk was te zien dat bieten in bepaalde lagen van de ondergrond weerstand ondervonden en horizontaal gingen groeien. 
De diverse lagen in de ondergrond hebben allemaal een geschiedenis
en een verschillende samenstelling waar je bij het bewerken van de grond
rekening mee moet houden. 
Je moet aan de grond voelen om te weten wat voor soort grond het is.
Meer informatie over bodembeheer kunt u vinden op pagina 1 van de informatiebrochure.
Witte bietencysteaaltjesresistente rassen en gele necrose
Witte bietencysteaaltjes zijn een onderschat probleem in de suikerbietenteelt, terwijl 41% van de bietenpercelen besmet is met witte bietencysteaaltjes. Het proefveld op Colijnsplaat bevatte een populatie van 1400 levende eieren en larven per 100 ml grond. Daarnaast kwam dit jaar op diverse plaatsen gele necrose voor. Dit is een combinatie van witte bietencysteaaltjes en/of de schimmels fusarium en verticillium. Op het proefveld waren er verschillen te zien tussen de diverse rassen in gele necrose symptomen.
Links een aaltjesresistent ras wat toch last heeft van gele necrose
verschijnselen. Rechts een ras wat een resistentie heeft tegen witte
bietencysteaaltjes en fusarium.
De symptomen van gele necrose worden getoond.
Bladschimmels
Op dit perceel lagen diverse stroken waarbij de bladschimmels op verschillende tijdstippen waren bestreden met verschillende middelen. Algemeen is de conclusie: spuit zodra u een eerste aantasting ziet. 
Beoordeel zelf in het veld bladschimmels.
Voorkom een aantasting door cercospora of ramularia (rechtse blad).
Meer informatie over bladschimmels vindt u op pagina 3 van de informatiebrochure.
Bietenkliniek/diagnostiek
Het op tijd herkennen van diverse ziekten en plagen in de suikerbietenteelt is belangrijk. Voor het geval bietentelers en de adviseurs/voorlichters van handel en industrie een ziekte/plaag niet herkennen of twijfelen wat voor ziekte/plaag het is, heeft het IRS een gratis ‘bietenkliniek’. Hierover werd kort een toelichting gegeven en konden diverse ziekten en plagen bekeken worden.
Diverse bieten met problemen werden tentoongesteld.
Meer informatie over de bietenkliniek vindt u op pagina 3 van de informatiebrochure.
Demonstratie koppen
Bij punt 1 van deze rondleiding heeft u de resultaten van de diverse instellingen van de rooier gezien. Tijdens deze demo was te zien hoe dat er in het land uitzag.
Te diep gekopte bieten. Dit kost opbrengst.
Te veel bladresten.
Bij dit programmaonderdeel werd ook de getrokken ontbladeraar Grimme BM 300 getoond. Een primeur voor Nederland. Het ontbladeren was erg goed gebeurd, ondanks de grote tweewassigheid in het perceel. Bij de ene instelling werd er nagekopt en bij de andere niet. Na het ontbladeren werden de bieten gerooid met de Vervaet. 
Kopwerk door de Grimme ontbladeraar.
De ontbladeraar aan het werk met nakoppers.
De polyurethaan poetsers verwijderen de bladresten van de bieten.
De Vervaet Beet Eater en de Grimme ontbladeraar aan het werk.
Het meest ideaal zou zijn als deze ontbladeraar gekoppeld zou kunnen worden aan een bunkerrooier. Een uitdaging voor de fabrikanten dus!
Demonstratie brandstofgebruik
Bodembeheer en structuur zijn belangrijk om een rendabele bietenteelt te houden. Om dit te laten zien is Team Reifenregler uit Duitsland gekomen. Zij lieten een trekker met twee bandenspanningen de grond bewerken. Middels cilinders konden de bezoekers het verschil in brandstofverbruik zien. Tevens werden contactoppervlak en insporing zichtbaar gemaakt. Conclusie: probeer zo ondiep mogelijk met een zo laag mogelijke bandenspanning de grond te bewerken. 
Instelling 1: grondbewerking met te hoge bandspanning
van 1,6 bar: veel wielslip, vollopende banden, minder rijcomfort
en meer brandstofgebruik.
Met een bandspanning van 0,6 bar (linkerbuis) werd 23% minder brandstof
gebruikt dan met een bandspanning van 1,6 bar.
Tevens was bij 0,6 bar (links) de insporing duidelijk minder.
Meer informatie over brandstofverbruik vindt u op pagina 4 van de informatiebrochure. Team Reifenregler heeft zelf ook een bericht over deze praktijkdag op internet geplaatst.
Op de website van 'Boerderij' is ook een reportage geplaatst over de praktijkdag.
Aan het eind van de dag kon iedereen nog even napraten in de tent onder het genot van een patatje van Aviko! We kijken terug op een geslaagde, leerzame en praktische dag.
Wij willen hierbij alle sponsoren en medewerkers aan deze dag bedanken: Suiker Unie, ZLTO, Rabobank, Accon AvM, Agrichem, Agrovital, BASF, Blgg, Grimme, WEA, Joordens Zaden, CZAV, Profile tyrecenter Rinus Roon, Mol Schuddebeurs, Opticrop, Vervaet, Loon-, Handels- en Sproeibedrijf Van der Heijde, Agrovision, Agrifac, Hilleshög, K+S KALI GmbH, KWS, Team Reifenregler, Syngenta, Aviko, SESVanderHave, Jan Veenhuis machinefabriek, Michelin, Euro Grass, Vlamings Handelsonderneming, Innoseeds, Van Weele en Bayer CropScience.
Voor meer informatie over de dag: 
Jurgen Maassen Theo Heijboer
Guiljam van der Schelde
