Grondbewerking en zaaibedbereiding op het juiste moment Pagina printen

maandag 9 maart 2020


Foto 1. Zaaibedbereiding op een kleigrond met een zaaibedcombinatie. De juiste omstandigheden en een groot contactoppervlak met de grond beperken structuurbederf.

Door de zachte en natte maanden die we achter de rug hebben, is er nog weinig activiteit waar te nemen op het land. Een goede vorstperiode die voornamelijk op de kleigronden de structuur kan verbeteren, lijkt deze winter uit te blijven. Van bieten zaaien voor 1 maart is dit seizoen geen sprake; dat neemt het risico op schieters fors weg. Het wachten is nu op drogend weer en temperatuur om het land klaar te leggen en te zaaien. Dat vraagt, ook naarmate het voorjaar vordert, om geduld.

Zware gronden
Zodra een klei- of zware zavelgrond opgrijst en de bovenste 10-15 cm van de grond een mooie, voldoende droge structuur heeft, is de grond geschikt om te berijden. Het vraagt soms om geduld om niet te snel het land op te gaan, omdat insporing in het voorjaar bij de opkomst, groei en ook bij de oogst van bieten belemmeringen kan geven. Het heeft de voorkeur om de zaaibedbereiding in één werkgang uit te voeren met brede banden op een lage druk. Probeer het zaaibed zo gelijk mogelijk aan te drukken, eventueel met drukrollen of een neuswiel. Werken met vaste rijpaden vereist extra aandacht om insporing te vermijden. Streef naar een egaal, fijnkluiterig zaaibed van 2-3 cm dik met aansluitend vochtige, vastere grond. Te lang wachten kan echter groeidagen en daarmee opbrengst kosten. Het juiste moment kiezen blijft met wisselvallig weer dan ook lastig.


Foto 2. Beoordeel de structuur voorafgaand aan berijden.

Lichte gronden
Wanneer de grond bekwaam is, kan een lichtere grond bewerkt worden. Een éénduidige voorkeur voor ploegen, spitten of cultivateren is er niet. Op lichte zavelgronden kan ploegen zowel in het najaar als in het voorjaar. Waar op zware gronden wordt gestreefd naar een fijn zaaibed, dient een lichtere grond wat grover klaargelegd te worden om winderosie tegen te gaan. Dit wordt in de praktijk ook veel gedaan met een vorenpakker, gecombineerd met de inzaai van 60-80 kg gerst per hectare. Organisch materiaal in de toplaag van de grond, zoals een ingewerkte groenbemester, kan erosie beperken. Een lichte grond kan naast ploegen ook worden gespit of met een cultivator worden klaargelegd. Bij beide methoden is het eveneens van belang om de grond na bewerken aan te drukken met een rol of vorenpakker. Het creëren van een grof zaaibed is bij spitten of cultivateren doorgaans wat lastiger.

Wanneer er voorafgaand aan het ploegen meststoffen zijn toegediend is het aan te raden om deze vooraf door de bovenlaag te mengen met een cultivator omdat ploegen de bouwvoor in mindere mate mengt dan spitten of cultivateren. Streef ernaar om zo kort mogelijk na het bewerken te zaaien, met name wanneer droog weer wordt verwacht, om uitdroging te voorkomen


Foto 3. Een cultivator met vorenpakker in combinatie met een opbouw om gerst in te zaaien tegen winderosie.

Meer informatie over grondbewerking en zaaibedbereiding staat in onze teelthandleiding. Hier vindt u ook meer informatie over niet-kerende grondbewerking.

Contact: André van Valen

« Terug naar nieuws

Nieuwsbrief

 

Ook op de hoogte blijven van het laatste bietennieuws?

Meldt u aan voor onze gratis nieuwsbrief  

GewasBeschermingsBulletin suikerbieten

De voorlichtingsboodschap gewasbescherming suikerbieten 2021 is als bijlage bij Cosun Magazine verschenen. Hij is ook dynamisch op de site en in de IRS-app. Als pdf is hij ook beschikbaar.